Brieven over homo-emancipatie: ‘Het was duidelijk de bedoeling dat mijn vriendje het liefst dood moest’

24 mei 2019

Naar aanleiding van onze vraag hoe het stond en staat met de homo-emancipatie, besloten Martien en Cato elkaar hierover te schrijven

Vandaag beginnen we met een brief van Martien aan Cato

Hallo Cato,

Je vroeg me naar herinneringen van toen…  Met Kerst 1979 ging ik met mijn kersverse vriendje en zijn schoolvrienden (twee jongens, twee meiden) uit in Oosterhout. Een groep jongens begon woest op ons in te slaan. Het was duidelijk de bedoeling dat mijn vriendje het liefst dood moest. Een kroeg in vluchten, waar het personeel meteen de potenrammers tegenhield, was onze redding.

Een paar maanden later was het raak in de Leidsepleinbuurt in Amsterdam. We hoorden ze schelden achter ons, maar een stevige pas bracht ons in veiligheid. Niet lang daarna zijn we lid geworden van een sportschool en werd mijn vriendje een echte bodybuilder, waar dat soort jongens tegenop keek.

In mijn verhippende buurt zie ik homotoeristen steeds vaker hand in hand lopen. Ze denken er niet bij na, want Amsterdam is toch tolerant? Het zal wel mijn lafheid zijn, ik ben er nooit een held in geweest omdat ik me niet veilig voel, maar ik zie ons ‘localo’s’ dat hier niet doen.

Met vriendelijke groet,

Martien

Over twee weken lees je Cato's reactie in haar brief aan Martien