André Reeder
André Reeder (1954-), geboren in Moengo (Suriname), is freelance filmmaker en maatschappelijk werker in de Bijlmermeer. Eind jaren zeventig en in de jaren tachtig was hij actief in de politieke organisatie LOSON en redacteur van het LOSON-blad Wrokoman. LOSON hield zich voornamelijk bezig met de dekolonisatie van Suriname en het racisme dat Surinamers in Nederland ervaren. Van 1992 tot 2002 was Reeder betrokken bij Strange Fruit, een Nederlands collectief van lhbti-jongeren met een migratieachtergrond dat vocht tegen hun marginalisering binnen zowel hun etnische gemeenschap als de Nederlandse homoscene.
Auteur: Wigbertson Julian Isenia
Thema: Iconen, Cultuur
Glad to be gay, toch? (1992)

In 1992 realiseerde Reeder de documentaire Glad to be gay, toch?, gecoproduceerd met Strange Fruit en uitgezonden door Multiculturele Televisie Nederland. De film toont de coming-outverhalen van vijf personen. De titel van de documentaire verwijst naar het nummer Glad To Be Gay (1978) van de Britse Tom Robinson Band. In dit liedje wordt kritiek geuit op de homofobe Britse samenleving: de ongelijke behandeling van lhbti+-mensen door de politie, de manier waarop er in de tabloids over lhbti+’ers wordt geschreven en het geweld tegen lhbti+-mensen. Het nummer besluit met een oproep tot solidariteit van alle mensen, ongeacht hun geaardheid.

In de titel van de film is de toevoeging van ‘toch?’ een aanvulling op de kritiek op een homofobe samenleving. Het geeft weer wat gay in verschillende culturen kan betekenen, en de vijf personen die Reeder interviewt geven daar invulling aan. De woorden waarmee ze zichzelf benoemen, illustreren hoe men in een bepaalde cultuur spreekt over relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht en hoe ernaar wordt gekeken.

De Curaçaose Zarine praat eerder op een beschrijvende manier over haar relaties (‘ik val op vrouwen’) dan bijvoorbeeld met identiteitsgebonden termen (‘ik ben lesbisch’). De Zuid-Koreaanse Sook Ahn daarentegen gebruikt ‘zwarte pot’ als een overkoepelende term voor vrouwen van kleur die het scheldwoord ‘pot’ hebben teruggeclaimd. De Nederlandse Klaas gebruikt ‘homofiel’ om te verwijzen naar een beweging die de nadruk wilde leggen op het idee van liefde tussen twee mannen of twee vrouwen in plaats van op de seksuele dimensie. Ivan en Angelique kiezen voor de meer gangbare woorden gay en lesbisch.

Bij de film was een lespakket gemaakt dat zowel in het onderwijs als het jeugdwerk als leidraad kon dienen bij het bespreken van (homo)seksualiteit onder multiculturele jongeren.

Aan niets overleden (1996)

De documentaire Aan niets overleden is tot stand gekomen na de dood van een vriend van Reeder en gaat over de hiv- en aidspandemie binnen de Surinaamse gemeenschap in Nederland. De film volgt een heteroseksuele Afro-Surinaamse vrouw en een homoseksuele Indisch-Surinaamse man, die beiden met aids leven, en een winti-voorlichter (winti is een Afro-Surinaamse religie, filosofie en cultuur).

De documentaire thematiseert het taboe op hiv en aids binnen de Surinaamse gemeenschap. Zoals Reeder aan het eind van de documentaire veelbetekenend zegt:

‘Een andere vriend van me had ook aids. Op een dag heeft zijn broer me verteld dat hij gestorven was. Toen kwam het ineens bij me op om te vragen: is je broer aan AIDS gestorven? De broer haastte zich om mij te antwoorden: “Nee nee nee, hij is aan niets gestorven.”’

De documentaire laat zien hoe de vriend van Reeder en de andere personen in de film ondanks deze stilte in de gemeenschap probeerden om te gaan met de ziekte.

Zoals de meeste films van Reeder heeft de documentaire ook een sterk pedagogisch aspect. Zo legt de winti-voorlichter uit:

‘Je moet niet denken dat als je in winti gelooft, dat je nooit ziek wordt. Dat winti je beschermt. Winti geneest geen aids. En winti waarschuwt je ook niet dat andere mensen aids hebben. Het beste wat je kunt doen om jezelf en anderen te beschermen is zorgen dat je jezelf beschermt. De enige bescherming tegenwoordig is het condoom… Dat betekent dat je kunt genieten, maar je weet dat je bescherming hebt. Je brengt anderen en jezelf niet in gevaar. Je verbreekt het evenwicht niet. Als je dat verbreekt, zullen de winti's [geesten] je ook verlaten.’

De winti-voorlichter geeft voorlichting over aids aan de hand van de Surinaamse winti-religie, -filosofie en -cultuur. Daarmee weerspiegelt de documentaire ook de manier van werken van Strange Fruit: putten uit de tradities van de culturen van migranten en minderheden door voortdurend in contact te blijven met de groepen en de organisaties die binnen hun gemeenschappen werkzaam zijn.

In 2019 publiceerde Reeder samen met Roy Wijks en Jules Rijssen het boek Op zoek naar Papa Koenders. Momenteel is Reeder werkzaam bij Venzo in Amsterdam-Zuidoost als ondersteuner en adviseur van sociale bewonersinitiatieven.

Fotocredits
Getoonde materialen komen uit het IHLIA-archief, tenzij anders vermeld. Van links naar rechts, boven naar beneden:

Cover dvd 'Glad to be gay, toch?: Jongeren uit verschillende culturen en (homo)seksualiteit: een videofilm' van André Reeder. Documentaire/voorlichtingsfilm met en over homoseksuele jongeren uit verschillende culturen in Nederland. Te zien zijn interviews met Zarine (26 jaar), Klaas (25 jaar), Sook Ahn (22 jaar), Ivan (25 jaar) en Angelique (19 jaar). Zij praten o.a. over coming- out, werk of studie en acceptatie in de eigen cultuur (1992)

Artikel 'Erkenning' door Ellen de Vries voor Schorer.nl. Interview met 2 homomannen van Surinaamse en Antiliaanse afkomst, over de emancipatiestrijd van zwarte homo's en lesbo's in Nederland en hun eigen rol daarin (o.a. in Strange Fruit), de kloof tussen de witte en zwarte homowereld en de houding van de Surinaamse en Antilliaanse gemeenschap t.o.v. homoseksualiteit (2003)

Literatuur en bronnen

Colpani, G., and W. J. Isenia. "Strange fruits: Queer of color intellectual labor in the Netherlands in the 1980s and 1990s." Frontiers of the political (2018).

Glad to be gay, toch? (1992) film van Andre Reeder

Aan niets overleden (1996) film van Andre Reeder

Filter