Rik Henning
In 1971 was er voor het eerst aandacht voor trans personen op de Nederlandse televisie – nota bene met een trans man. Rik Henning (1934) gaf zijn privacy op in de strijd voor maatschappelijke erkenning, ook al was hij daar zelf soms pessimistisch over.
Auteur: Alex Bakker
Thema: Iconen, Trans*
Buiten beeld

Mannen die vrouwen werden – dat was in de jaren vijftig en zestig het enige beeld van trans personen dat je te zien kreeg. Als de media al aandacht besteedden aan het onderwerp, gebeurde dat in de vorm van sensationele reportages: kijk eens, wat een bizarre mensen! Soms werden transpersonen afgeschilderd als seksuele roofdieren die, om aan hun gerief te komen, mannen bedonderden. Dat er ook mensen de omgekeerde route gingen, van vrouw naar man, bleef onderbelicht.

Trans mannen zag je dus niet. Ze vielen niet op of bleven in de kast. De populaire cultuur kende voor hen geen rolmodel, zoals Christine Jorgensen dat vanaf 1952 voor trans vrouwen was.

Mogelijk waren sommige mensen die zich als lesbisch identificeerden in wezen trans man. Dit wordt wel beweerd over de schrijver Andreas Burnier. We weten wel dat de eerste ‘openlijke’ genderaanpassende operatie in Nederland in 1959 een (Duitse) transman betrof. Maar zijn naam werd niet gepubliceerd.

Zichtbaarheid

Rik Henning koos als trans man wél voor zichtbaarheid. Het was 1971. Hij was samen met hormoonarts Otto de Vaal te gast in het programma Een Klein Uur U van Koos Postema. Henning was een van de transgender cliënten van De Vaal en advocaat Frans van der Reijt, oprichters van de Genderstichting.

De zaak om zijn geboorteakte te wijzigen speelde al een paar jaar voor de rechtbank van Breda. Eind 1972 werd Henning, 38 jaar oud, voor de wet officieel man. Dat maakte hem de eerste transman in Nederland met een kloppende geslachtsregistratie.

De media-aandacht van destijds was in gang gezet door de baanbrekende publicatie van Otto de Vaal: Man of vrouw? Dilemma van de transseksuele mens. De Vaal schreef in dit boek over zijn inzichten als behandelaar van dertig trans vrouwen en vier trans mannen, onder wie Henning.

Henning was als kind een typische tomboy geweest die zich meer bij jongens dan bij meisjes thuis voelde. Op zestienjarige leeftijd kreeg hij last van hormonale schommelingen die leidden tot buitensporige gewichtstoename: toen hij 26 was woog hij 154 kilo. Na een jarenlange zoektocht naar medische hulp kwam hij bij hormoonarts Otto de Vaal uit. Die schreef testosteron voor en Hennig viel tientallen kilo’s af. Maar het opende hem ook de ogen. De lichamelijke vermannelijking (als gevolg van de testosteron) voelde zo goed, dat hij besefte in wezen een man te zijn.

Is het gek dat Henning dat toen pas realiseerde? Nee, zeker niet in een tijd zonder transgender rolmodellen of zichtbaarheid. Er zijn meer verhalen van trans mensen die hun lastige emoties diep weg wisten te stoppen. Zo diep, dat je ze niet meer voelde. Om ze vervolgens te herkennen als transgevoelens heb je een referentiekader nodig. Dat had Henning niet – hij moest het allemaal zelf uitzoeken.

Voorlichting

Zijn ervaringen inspireerden Henning om zelf actief voorlichting te geven. In 1973 publiceerde het COC samen met de NVSH een boekje over hem: Noem me maar Rik. Met de lezersogen van nu is de tekst wat onevenwichtig. Zo is er opvallend veel aandacht voor Hennings relatie met zijn vriendin, die door zijn transitie verbroken werd. De boodschap was echter helder:

‘Door de informatie, die ik heb kunnen geven hoop ik, dat men zal begrijpen, dat niet alleen een operatie van primair belang is, maar dat de terugkomst in de maatschappij een grotere “operatie” is. Men dient te beseffen, dat een operatie enkele uren kan duren, waarbij de patiënt onder narcose is, maar dat de terugkomst in de maatschappij niet onder narcose geschiedt. De transseksueel zal steeds met de harde werkelijkheid worden geconfronteerd.’

Vooral dát was Hennings missie: aandacht vragen voor sociale opvang en voor psychische begeleiding. In zijn contacten met andere transseksuelen (vooral trans vrouwen) zag hij veel psychische ellende. Het maakte hem sceptisch en hij twijfelde er zelfs aan of er niet te snel met geslachtsaanpassende behandelingen werd begonnen, zoals hij in een interview met De Telegraaf liet weten. De Genderstichting was niet erg gelukkig met die laatste boodschap.

Naar aanleiding van het interview nam een moeder uit een klein Westfries dorpje contact op met De Telegraaf. Haar negenjarige kind was geboren als meisje maar voelde zich een jongen. Dezelfde journaliste maakte nu een reportage over dit gezin. De moeder: ‘Want misschien zijn er in Nederland nog meer kinderen zoals ons kind en weten de ouders er geen raad mee. (…) Ik ben bereid deze ouders, als ze dat willen, met raad te helpen.’

Zo hielp de keuze van Rik Henning om zichtbaar te zijn andere mensen verder.

Fotocredits
Getoonde materialen komen uit het IHLIA-archief, tenzij anders vermeld. Van links naar rechts, boven naar beneden:

Schrift 'Noem me maar Rik, de levensgeschiedenis van een transseksueel', opgetekend en toegelicht door Marscha van Noesel (1972)

Boek Otto de Vaal: Man of vrouw?: Dilemma van de transseksuele mens uit 1971

Literatuur en bronnen

Marscha van Noesel, Noem me maar Rik. Een vrouwelijke transseksueel vertelt zijn levensgeschiedenis: psychiaters, een arts en een jurist geven een toelichting op de problematiek van de transseksuele mens (Amsterdam 1972).

Conny Sluysmans, ‘De lijdensweg van de vrouw, die man werd’. In De Telegraaf, 13 januari 1973.

Conny Sluysmans, ‘Transseksueel kind knokt voor zijn mannelijkheid’. In De Telegraaf, 17 februari 1973.

Otto de Vaal, Man of Vrouw? Dilemma van de transseksuele mens (Amsterdam 1971).

Filter