Roze filmdagen
De Roze Filmdagen is een internationaal filmfestival gericht op lhbti+-films. Het festival wordt sinds 1996 georganiseerd in Amsterdam, waarbij de films van het programma te zien zijn in diverse filmhuizen in de stad.
Auteur: Patrieck de Haan
Thema: Grassroot, Cultuur, Uitgaan
Behoefte aan een roze filmfestival

De allereerste editie van de Roze Filmdagen vond plaats in 1996. Tien jaar eerder, in 1986, was er in Amsterdam al voor de eerste keer het International Gay & Lesbian Filmfestival Holland (IGLFH) georganiseerd. Het evenement zou eens in de vijf jaar plaats moeten vinden. Na een succesvolle tweede editie in 1991, ging het vijf jaar later echter mis. Door te weinig financiële middelen was men genoodzaakt het filmfestival te annuleren.

Een aantal medewerkers van filmhuis Cavia aan de Van Hallstraat en filmtheather Rialto aan de Ceintuurbaan besloten toen dat er een alternatief bedacht moest worden. Na vijf jaar vonden zij het weer hoog tijd dat de aandacht een aantal dagen lang gevestigd werd op lhbti+-films. Eind juni 1996 kon de eerste editie plaatsvinden. Er werden rond de vijftig producties vertoond, verspreid over vier dagen: documentaires, en zowel korte als lange films.

In 1998 besloot de organisatie om het festival niet meer te organiseren in de laatste week van juni, maar om het te verplaatsen naar november. De reden dat het in juni plaatsvond was omdat in het laatste weekend van die maand de Stonewall-rellen herdacht werden, het internationale symbool voor het begin van de lhbti+-emancipatiebeweging.

In 1998 bleek echter dat die week weinig bezoekers opleverde. Veel lhbti+’ers hadden Roze Zaterdag bijvoorbeeld al als uitje gepland, de Nederlandse versie van de Gay Pride, dat in datzelfde weekend plaatsvindt. Vanaf 1998 stopte Rialto met het programmeren van Roze Filmdagen-voorstellingen en werden de films naast filmhuis Cavia ook vertoond in het Filmmuseum Amsterdam en in Cinema de Balie.

Problemen met promotie en bezetting

Na twee succesvolle edities kon voor het filmfestival in 2001 niet genoeg personeel gevonden worden om het festival doorgang te laten vinden. De organisatie besloot daarop het festival in eerste instantie om het jaar te laten plaatsvinden, maar door protest van veel fans werd er toen toch gekozen voor een jaarlijks evenement. Wel zou er om het jaar een grote en een kleine editie plaatsvinden.

Zo werden in de kleinere editie van 2003 alleen maar Scandinavische films uitgezonden en in 2005 alleen maar korte films. In de grotere edities werden vaak juist bredere thema’s behandeld, zoals lhbti+-rechten in Arabische landen en het kruispunt tussen lhbti+-thematiek en feminisme.

Langzaam groeide de schaal van het festival, maar daarmee ontstaat er ook kritiek. Veel gasten begrepen niet waarom de films in zulke kleine zaaltjes vertoond werden, terwijl het vaak wel uitverkocht was. Op de website van de Roze Filmdagen zei David Teigeler hier in 2006 het volgende over:

‘Dat de Roze Filmdagen nog steeds in kleinere bioscopen als Cavia, de Balie en het Filmmuseum plaatsvindt heeft te maken met het feit dat er in Amsterdam niet veel keus is tussen filmhuizen met gemiddeld 130 stoelen en een Pathé-theater dat in zijn geheel moet worden afgehuurd.’

In 2011 werd besloten het gehele festival over te brengen naar bioscoop Het Ketelhuis op het terrein van de Westergasfabriek. Die bioscoop had sinds zijn uitbreiding in 2006 drie zalen ter beschikking, waardoor de volledige programmering er kon worden ondergebracht. Inmiddels was het festival ook al verplaatst naar de maand maart, en was het uitgebreid van vier naar tien dagen.

Vierentwintig edities verder

Sinds een aantal jaren wordt het festival georganiseerd door Stichting Pink Media, die zichzelf tot doel stelt het festival steeds verder te laten groeien, bijvoorbeeld door middel van een randprogramma en op termijn zelfs uitbreiding naar andere Nederlandse steden. Sinds 2017 worden er naast het filmprogramma zodoende ook Q&A’s, paneldiscussies en tentoonstellingen georganiseerd in het Westergastheater tegenover Het Ketelhuis.

In 2020 kon het festival niet doorgaan wegens de coronacrisis, wat betekent dat de laatste grote editie plaatsvond in 2019. In dat jaar trok de organisatie meer dan 10.000 bezoekers, verspreid over 145 voorstellingen.

In 2021 vond het filmfestival voor de eerste keer digitaal plaats. Om diversiteit te waarborgen besteedt de organisatie nu aandacht aan het tot zijn recht brengen van alle letters van de afkorting lhbti+. De selectie wordt namelijk gemaakt uit ruim duizend films, dus er valt wel degelijk wat te kiezen.

Bij de editie van 2021 waren de films en documentaires op de website dan ook opgedeeld in de categorieën: bi, gay, intersex, lesbian, mix, queer en trans. Met name in de intersex-categorie zijn er nog maar weinig producties. Een uitdaging voor de organisatie in komende jaren is om films aan te trekken met dit soort minder besproken thema’s.

VERDER LEZEN/KIJKEN

De officiële website van de Roze Filmdagen.

Posters van het International Gay & Lesbian Filmfestival Holland uit 1986 en 1991.

Fotocredits
Getoonde materialen komen uit het IHLIA-archief, tenzij anders vermeld. Van links naar rechts, boven naar beneden:

Affiche Roze Filmdagen (2012)

Button twee witte pinguïns in bladerkrans met logo Roze Filmdagen, tot 2017 (2017)

Wit T-shirt met gefotoshopte foto van twee vrouwelijke filmsterren in innige omhelzing. Daarboven tekst: Gay and Lesbian Filmfestivla '91. Door de opdruk heen het woord: holland (1991)

Affiche Roze Filmdagen (2008)

Literatuur en bronnen

Hans Prummel, Roze Filmdagen 2019 sneak peak II. Op Gaykrant (9 februari 2019).

David Teigeler, Roze Filmdagen Amsterdam: een korte geschiedenis. Op Rozefilmdagen.nl.

Rik Verkaik, Roze Filmdagen: “Elk jaar ontvangen we meer open minded filmliefhebbers”. Op Vrijetijdamsterdam.nl.

Filter