COC
Het COC werd in 1946 opgericht en is de oudste lhbti+-organisatie in de wereld. Oorspronkelijk bestond het COC uit een landelijke vereniging met afdelingen. Sinds 2000 is het een federatie van twintig lokale verenigingen met op landelijk niveau ook een aantal werkgroepen.
Auteur: Martien Sleutjes
Thema: Grassroot, Cultuur, Politiek, Protest, Uitgaan
Ontstaan

Het COC kwam voort uit de lezerskring van het tijdschrift Levensrecht. Oorspronkelijk begonnen in 1940 werd de publicatie midden 1946 herstart. Op 7 december 1946 richtten de lezers de Shakespeare Club op, met als symbool ‘Albrecht’, een mannetje dat met zijn hoed wuift. Een maand later kwamen ze als sociëteit De Albrechtshaven in Amsterdam bijeen en was de club technisch gezien een vereniging geworden.

De Amsterdamse politie vond dit zorgelijk voor de openbare eerbaarheid en zette initiatiefnemer Niek Engelschman (pseudoniem Bob Angelo) begin 1947 onder druk. Engelschman liet zich niet intimideren, maar staakte wel de publicatie van Levensrecht. In oktober probeerde de redactie het opnieuw met een neutrale titel en nu zonder contactrubriek, waarvan het Albrecht-mannetje het symbool was geweest.

Nederland kende een relatief milde homofobe wetgeving. Sinds 1911 was homoseksueel contact tussen minder en meerderjarige (toen 21) verboden, maar tijdens de rechtse golf van 1948 werd er bij justitie over gesproken om homoseksuele contacten tussen volwassen strafbaar te stellen en verenigingen voor homoseksuelen te verbieden. De Amsterdamse politie was van mening dat het beter zou zijn om de Shakespeare Club voort te laten bestaan: dan kon de zedenpolitie de situatie tenminste controleren. De angst bestond dat een verbod tot een proces zou kunnen leiden met onduidelijke uitkomst.

Cultuur- en Ontspannings Centrum

Eigenzinnig ging de vereniging door. In 1949 veranderde ze haar naam in Cultuur en Ontspanningscentrum (C.O.C.) en niet lang daarna verscheen de (stomme) promotiefilm In dit teken, met wederom Albrecht als verbindend symbool. De film laat een ontmoeting zien op het kantoor van het COC ten huize van Bob Angelo en (de organisatie en uitvoering van) een bal masqué. Er kwam ook een nieuw tijdschrift, Vriendschap.

De jaren 1950-1962 onder voorzitter Bob Angelo worden vaak beschreven als een naar binnen gerichte periode, gekarakteriseerd door begrippen als Nationaal Tehuis en Vrijhaven. Met eerst de dancing het DOK aan de Singel en vanaf 1955 de eigen dancing De Schakel werd een vaste kern van leden opgebouwd. Er werd echter ook doelbewust een lijn uitgezet naar de buitenwereld. Dat gebeurde vanuit de Kleine Kring, een culturele commissie die sinds 1950 bestond. Tot de leden behoorden onder anderen Benno Premsela, later COC-voorzitter, en Henri Methorst, polyglot tolk, die als een soort diplomaat vanaf 1953 een geheime commissie met externe wetenschappers voor het COC gaande hield. Vanaf 1954 ging de Kleine Kring bijeenkomsten organiseren waar ook buitenstaanders zoals familieleden en journalisten werden uitgenodigd.

Nederlandse Vereniging van Homofielen COC

In de tweede helft van de jaren vijftig begon de openstelling naar buiten toe vruchten af te werpen. In 1958 adverteerde zelfs de Katholieke Stichting Geestelijke Volksgezondheid in Vriendschap om de zorg aan ‘homophielen’ te verbeteren. Kees Trimbos, verbonden aan diezelfde stichting, brak in het voorjaar van 1961 op de radio een lans voor homoseksuelen.

Door deze ontwikkelingen werd een interne discussie over een meer maatschappelijke koers op gang gebracht. Na het aantreden van Premsela als voorzitter was het in 1964 afgelopen met de geheimzinnigheid, wat moest blijken uit een nieuwe naam: Nederlandse Vereniging van Homofielen COC. De gezelligheidsrol verschoof naar de afdelingen en het landelijke bestuur trad meer naar buiten.

Op oudjaar 1964 verscheen Premsela in het tv-programma Achter het Nieuws om namens het COC de stichting Dialoog (met de samenleving) en het gelijknamige tijdschrift te presenteren. Sommige leden waren bang dat de openheid zich tegen hen zou keren, net als in nazi-Duitsland in de jaren dertig, anderen zaten nog in de kast of hadden moeite met zelfbenoeming, zoals coming-out toen heette.

Ondertussen stroomden studenten boven de 21 jaar het COC binnen. Voor de groep onder 21 jaar stimuleerde het COC het opzetten van de Studenten Werkgroepen Homoseksualiteit.

Door de radicalisering van studenten in het algemeen eind jaren zestig nam de druk om het COC te hervormen en politieker te maken sterk toe. In 1971 hadden de vernieuwers een krappe meerderheid en veranderde de naam in Nederlandse Vereniging tot Integratie van Homoseksualiteit COC. Gezelligheid werd nog meer een taak van de afdelingen.

Identiteitsstrijd

Het bestrijden van de voorkeursbehandeling van het (hetero)huwelijk werd gezien als een van de manieren om integratie te bevorderen. Het COC zette daarbij in op rechten voor alternatieve leefvormen met een soort blokkendoosmodel: juridische regelingen voor twee of drie relaties of woongroepverband of hoe mensen dan ook wilden leven. De vrouwenbeweging streed vooral voor individualisering, weg van het huwelijk. De rechtse politiek en de sombere economie dicteerden echter dat alleen officieel samenwonen financieel haalbaar was voor de samenleving.

Het COC werd een politieke partner en richtte zich op wettelijke kaders. Intussen woedde buiten het COC een identiteitenstrijd. Bij de vrouwen trok Paarse September het eerst aan bel maar zij vonden meer gehoor in de vrouwenbeweging. Bij de mannen werden de Rooie Flikkers en de politieke homogroepen de aanjagers van de discussie over identiteit.

De grote omslag kwam in 1977. In Amerika won Anita Bryant een referendum waarmee de rechten van homoseksuelen werden teruggedraaid. Dat was een wake-upcall die duidelijk maakte dat de geschiedenis niet rechtlijnig verloopt. Lesbian Nation, met in de gelederen vrouwen met veel demonstratie-ervaring, organiseerde in korte tijd een wandeldemonstratie à la Gay Pride in het laatste weekend van juni 1977 – het weekend waarin Amerikaanse tegenhangers jaarlijks de Gay Pride-marsen organiseerden. In 1978 werd dit herhaald.

COC Nederland

In 1979 werd het COC wakker en identiteit werd ook een COC-speerpunt. De vereniging sloot zich aan bij het Roze Front, een samenwerkingsverband van een aantal lhbti+-groepen om jaarlijks Roze Zaterdag te organiseren. Vanaf 1981 wordt Roze Zaterdag elk jaar in een andere Nederlandse stad gehouden, waarbij afdelingen van het COC een grote rol spelen.

COC’s vakbondsfunctie was van groot belang tijdens de aidsepidemie, zowel bij voorlichting als bij belangenbehartiging. Door de verbreding van de epidemie naar andere groepen verschoof die functie meer naar de achtergrond. Heel belangrijk was het Amsterdamse COC-gebouw in de Rozenstraat dat in 1978 door de afdeling en het landelijk kantoor was betrokken. Menig initiatief is daar begonnen en menig belangrijke vergadering is daar gehouden.

Na 1995 raakte het COC in financieel zwaar weer, zeker toen in 1999 de structurele subsidies kwamen te vervallen. Tien jaar later zag het zich gedwongen om het eigen pand verkopen. In 2000 is de structuur van de organisatie omgezet naar een federatie van 20 lokale verenigingen, wat in 2017 werd bevestigd met de naamswijziging naar Federatie COC Nederland, of kort: COC Nederland. Vanaf 2010 heeft de organisatie alleen vrouwelijke voorzitters gehad.

Fotocredits
Getoonde materialen komen uit het IHLIA-archief, tenzij anders vermeld. Van links naar rechts, boven naar beneden:

Cover Vriendschap Cultuur en Ontspanningscentrum (1956)

Artikel Bijna honderd C.O.C.ers te Amersfoort bijeen (1956)

Cahier Afscheid van een moederbinding: uitdaging van Nieuw Lila aan het COC (1969)

Portret van oud-COC-voorzitter Benno Premsela. Gemaakt door Erwin Olaf (1986)

Still uit In dit teken, stomme film over de beginperiode van het COC (1949)

Publicatie Cultuur en ontspanning: het COC 1946-1966 door J.N. Warmerdam, P. Koenders. Door middel van korte schetsen wordt kennisgemaakt met de mannen en vrouwen van het eerste uur en met de divesre sociëteiten die tot veilige haven dienden in een tijd dat de meeste COC-leden elkaar slechts bij hun schuilnaam kenden (1987)

Fraai portret van COC-oprichter Niek Engelschman met opgespelde ridderorde. Gemaakt door Erwin Olaf (1986)

Foto Niek Engelschman. Maker onbekend (1986)

Witte mok met COC-logo (1946-1996)

Literatuur en bronnen

[Overzichtswerk:] Cultuur en ontspanning : het COC 1946-1966 / J.N. Warmerdam, P. Koenders. / Utrecht : RUU, Interfacultaire Werkgroep Homostudies, 1987. - 413 p.

WARMERDAM, Hans. Levensvreugd door levensrecht : de beginjaren van de Nederlandse Vereniging tot Integratie van Homoseksualiteit COC, 1946-1961 / Hans Warmerdam ; begel. : D.F.J. Bosscher. Groningen : RUG, 1985. - [II], 118 p.

KEULEN, Chris van. De verhouding tussen het COC en de overheid, 1961-1973 Kandidaatsscriptie sociaal-economische geschiedenis door Chris van Keulen; begeleiding: Els Koek [en] Rob Tielman. Nijmegen : [KUN], 1983. - [IV], 74 p.

BANENS, Maks. De eerste jaren van het COC Maks Banens. In: Homojaarboek 1. - Amsterdam : Van Gennep, 1981. - p. 133-152.

KETTING, Elsbeth. Veertig jaar vrouwen in het COC , de geschiedenis en de praktijk Elsbeth Ketting, Willie Kösters. In: Vrouwenweekblad, 4 (1986) 146 (25 april), p. 6-9.

MEER, Theo van der. Tolerantie op z'n Hollands : wat Nederland met zijn minderheden deed en hoe het verder ging met het COC. -  [S.l. : s.n.], 1977. - 8 bl.

DELDEN, Han van. Stukken uit de jaren 1947 en 1948 voor[ge]lezen ter inl. van het vertonen van de film 'In dit teken...' tekst samengesteld door Han van Delden. Amsterdam : [s.n.], [1980]. - 5 p.

KEULEN, Chris van. De verhouding tussen het COC en de overheid, 1961-1973 Kandidaatsscriptie sociaal-economische geschiedenis door Chris van Keulen; begeleiding: Els Koek [en] Rob Tielman. Nijmegen : [KUN], 1983. - [IV], 74 p.

MEULEN, Tim ter. Homo-studenten en de stap naar links van het COC in 1971 kandidaatsskriptie Nieuwe Geschiedenis [door] Tim ter Meulen. [Nijmegen : KUN, 1981]. - ii, 80 p.

MEYER, Irene. Een politieke geschiedenis van persoonlijke ruzies : hun strijd, onze strijd? Irene Meijer en Jan Willem Duyvendak. In: Homologie, 11 (1989) 4 (juli/aug), p. 16-19.

WARMERDAM, Hans Nummer dertien was een vrouw : ervaringen van een vrouw in een mannengebeuren Hans Warmerdam ; Anneke de Haas. In: Homologie, 9 (1987) 3 (mei/jun), p. 8-11.

WESSELINK, Harm. Homosexualiteit in de na-oorlogse samenleving Harm Wesselink en Hans Verhulst. Amsterdam : UvA, vakgroep historische opvoedkunde, 1987. - [1], 34 bl.

SALDEN, Maarten. Van Sodom tot Shakespeare-club Maarten Salden. In: Stad en Recht. - Arnhem : Gouda Quint, 1982. - p. 125-145.

Alphen, E. van. Alles werd politiek : De verhouding tussen het politieke en het persoonlijke in de humanistische en de homolesbische beweging in Nederland, 1945-1980 / Elise van Alphen. Utrecht : Humanistisch Historisch Centrum ; Breda : Papieren Tijger, cop. 2016. - 340 p.

Borgt, J.C. van der Anders en gewoon hetzelfde : Identiteit, strategie en belangen van het COC 1946 - 1971 J.C. van der Borgt. Nijmegen : Radboud Universiteit, 2015. - 47 p.

Laat, H. de Geschiedenis van de emancipatie-beweging in Eindhoven van achterklap tot quistory = From backbiting to Quistory: A queer history of Eindhoven Helm de Laat. In: Gay News, 24 (2017) 308 (apr), p. 28-34.

Hekma, G. Toenemende zichtbaarheid van Kinsey tot de eerste homo-demo in Nederland in 1969 = Standing Up for same-sex love, from Kinsey to the first gay demonstration in the Netherlands in 1969 Gert Hekma. In: Gay News, 25 (2019) 333 (mei), p. 48-52.

Nationaal Archief: 2.19.038 Inventaris van het archief van het Cultuur- en Ontspanningscentrum (COC), (1940) 1946-1971 (21,6 meter).

Archief van de geheime commissie met externe wetenschappers: Studiecentrum Speciële Sexuologie IISG - 10622/ARCH03411

Gebruik de zoekmachine op IISG.nl om naar de laatste stand van de archieven te kijken. Er zitten ook veel losse archieven van werkgroepen in.

Het archief van het COC ligt deels bij het Nationaal Archief en deels via IHLIA bij het IISG, waar ook veel afdelingsarchieven liggen.

Zoek in de zoekmachine van IHLIA.nl voor veel meer materiaal.

Filter