Coos Huijsen
Coos Huijsen (1939) was na zijn coming-out in 1976 de eerste openlijk homoseksuele parlementariër ter wereld. Als politicus, schrijver, onderwijzer en activist zette hij zich in voor de rechten van de lhbti+-gemeenschap en andere onderdrukte groepen.
Auteur: Kiki Ernst
Thema: Iconen, Politiek
Coming-out in de Tweede Kamer

In de jaren zestig begon de politieke carrière van Coos Huijsen bij de Christelijk-Historische Unie (CHU). Hij was aanvoerder van de progressieve jongerenvleugel. Onder partijgenoten ging toen al het gerucht dat Huijsen homo zou zijn, en hij werd daarom ‘verkeerde Koos’ genoemd. Destijds ontkende Huijsen dit gerucht, hij wilde zelf een geschikt moment kiezen om uit de kast te komen.

In 1973 ontmoette Huijsen de liefde van zijn leven: Lank Bos. Toen duidelijk werd dat Huijsen een zetel zou krijgen in de Tweede Kamer maakten ze samen een plan voor zijn coming-out. Uiteindelijk zagen ze van dit plan af omdat Bos tijdens de beëdiging van Huijsen uit de Kamer verwijderd werd. Bos werd gevraagd voor wie hij die dag in de Kamer was, en toen hij uitlegde dat hij de partner van Huijsen was, werd hem gezegd dat ze daar niet aan deden in de Kamer. Huijsen besloot ter plekke bezwaar te maken bij Kamervoorzitter Anne Vondeling (PvdA). Hij reageerde geschokt en beloofde direct in te grijpen. Zo werd Huijsen op 30 maart 1976 de eerste openlijk homoseksuele parlementariër ter wereld.

Om de coming-out compleet te maken liet Huijsen de naam van Bos vallen in NRC Handelsblad (10 april 1976) en verwees hierin ook naar zijn contact met het COC.

Naast het onder de aandacht brengen van zijn relatie in de media, nam Huijsen zijn partner mee naar het restaurant van de Tweede Kamer, om hem in contact te brengen met andere Kamerleden. Veel homo’s kwamen toen nog niet openlijk uit voor hun geaardheid, waardoor heteroseksuele Kamerleden vaak nooit iemand hadden leren kennen die openlijk homo was. Het contact tussen Huijsen en andere Kamerleden, maar ook dat tussen Bos en de andere partners wekte empathie op, en creëerde situaties waarin homoseksualiteit als vanzelfsprekend werd gezien.

Stichting Vrije Relatierechten en andere werkzaamheden

In 1977 verliet Huijsen de Tweede Kamer, en ook de CHU. Hij sloot zich aan bij de PvdA, waar hij medeoprichter werd van de PvdA-homogroep. Samen met politicus en columnist Willemien Ruygrok was hij voorzitter van de groep.

In datzelfde jaar richtten Huijsen en zijn partner Bos samen met homoactivist en schrijver Walter Kamp de Stichting Vrije Relatierechten (SVR) op, een lobbygroep voor homo-emancipatie op politiek niveau. Bos zou optreden als woordvoerder en Huijsen bleef op de achtergrond. De stichting ontving financiële steun voor een advertentiecampagne van Ien van Heuvel (PvdA), onder voorwaarde dat deze financiering geheim zou blijven.

Ze plaatsten advertenties in kranten die veel door christenen werden gelezen. De eerste verscheen op 28 april 1977 met als kop ‘Het gezin bedreigd?’ en was ondertekend door 75 jongeren uit CDA-milieu. De advertentie stelde: ‘De ruimte die een ander krijgt, hoeft toch nog geen bedreiging van jezelf te zijn.’

In 1977 organiseerde SVR het benefietconcert Miami Nightmare, als reactie op de antihomocampagne in Miami van Amerikaanse Anita Bryant. Tijdens dit evenement betuigden politici en artiesten hun steun voor de lhbti+-gemeenschap, en werd geld opgehaald om een advertentie te plaatsen in Time Magazine.

Naast zijn werk bij de SVR werd Huijsen in 1984 voorzitter van de gemeentelijke Werkgroep Homo-Emancipatie bij de gemeente Amsterdam, de eerste werkgroep in zijn soort in Nederland. Hier stelde hij beleidsadvies op voor het gemeentelijke emancipatiebeleid. In de jaren tachtig was hij ook voorzitter van het Defence and Aid Fund Nederland (DAFN), dat zich inzette voor de strijd tegen de apartheid in Zuid-Afrika.

In 2007 werd Het Blauwe Fonds opgericht waar Huijsen tot 2017 voorzitter van was. Dit fonds beheert geld van schenkingen en nalatenschappen aan de lhbti+-gemeenschap en gebruikt het om andere organisaties financieel te ondersteunen.

Homo Politicus

In 2016 kwam de autobiografie van Huijsen uit: Homo Politicus. De eerste parlementariër ter wereld die uit de kast kwam. In dit boek plaatst hij zijn eigen ervaringen in een bredere context van homo-emancipatie en discriminatie. Hij stelt dat sprake is van vooruitgang, maar dat er nog veel moet gebeuren: ‘Er is op het terrein van beleid en wetgeving enorm veel bereikt. (…) Tegelijkertijd is 'homo' nog het populairste scheldwoord op het schoolplein en op het voetbalveld, is de suïcidescore onder jonge homo’s vijf maal zo hoog als onder jonge hetero’s en zien veel jongeren er nog steeds erg tegenop om aan hun ouders en onder vrienden te vertellen dat ze homoseksueel zijn.’

Fotocredits
Getoonde materialen komen uit het IHLIA-archief, tenzij anders vermeld. Van links naar rechts, boven naar beneden:

Boekcover Homo politicus: de eerste parlementariër die uit de kast kwam (2016)

Artikel 'Lang leve de koning?' Interview in de Squeeze (2015)

Diverse krantenknipsels uit NRC, Gaykrant over Coos Huijsen

Literatuur en bronnen

Annemarie Gerretsen, Liesbeth Orthel & Michel Peters, Remonstrant Coos Huijsen, eerste openlijke homo-politicus ter wereld. Remonstranten, 26 april 2016.

Coos Huijsen en Gerard Pieters, Homo-emancipatie: enthousiasme met de juiste dosis politiek raffinement ! Een politiek aspect van de Nederlandse homostrijd, 23 november 2020.

Filter