Mary Zeldenrust-Noordanus
Mary Zeldenrust-Noordanus (1928-1984) was in de periode 1962-1969 voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming (NVSH). In die rol zette zij zich sterk in voor onder andere abortusrechten, anticonceptiemiddelen en meer seksuele diversiteit en vrijheid.
Auteur: Patrieck de Haan
Thema: Iconen, Protest, grassroot, Feminisme
Een gesloten seksuele moraal

In het begin van de jaren zestig waaide vanuit de Verenigde Staten het fenomeen van de anticonceptiepil over naar Nederland. Een belangrijke stap voor de seksuele ontwikkeling in ons land, aangezien nog maar weinig mensen in deze periode anticonceptiemiddelen gebruikten. Anticonceptiemiddelen als condoom en pessarium waren  alleen verkrijgbaar bij de zogenaamde middelendepothouders, exclusief voor leden van de NVSH.

De Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming (NVSH) was in 1946 ontstaan, toentertijd nog als voortzetting van de Nieuw-Malthusiaanse Bond. Deze was op zijn beurt weer opgericht in 1881 door Jan Rutgers, rond de filosofie van Thomas Malthus. Geboortebeperking was volgens hem noodzakelijk om de overmatige groei van de bevolking in toom te kunnen houden. Arts en feministe Aletta Jacobs was een van de leden van deze bond. Zij raadde eind negentiende eeuw vrouwen in Amsterdam al aan om een pessarium te laten plaatsen als vorm van anticonceptie.

Deze methode sloeg echter nauwelijks aan en in Nederland begon een conservatieve moraal het denken over seks en seksualiteit te bepalen. De toon werd gezet toen in 1911 het christelijke kabinet-Heemskerk een hele reeks van zedenwetten doorvoerde.  Abortus werd hierin strenger bestraft, maar ook seks die meerderjarigen hadden met personen van hetzelfde geslacht tussen 16 en 21 jaar werd plotseling strafbaar, terwijl die grens bij heteroseksueel contact op zestien lag. Deze moraal bleef een paar decennia lang overheersen, zodat je zou kunnen zeggen dat de jaren vijftig op seksueel gebied eerder een stap terug dan vooruit waren ten opzichte van de tijd waarin Aletta Jacobs had geleefd.

Eeuwige verantwoordelijkheid

Mary Noordanus werd geboren in 1928 in Den Haag, maar groeide op in Amsterdam. Op die plek genoot ze een zeer fijne jeugd, tot de oorlog uitbrak. Ze verloor veel (Joodse) vrienden en dit tekende de rest van haar leven. Ze vond dat ze, nu ze dit trauma overleefd had, voor eeuwig een verantwoordelijkheid droeg om mensen te helpen die het minder goed hadden dan zijzelf.

Na haar studie psychologie aan de Universiteit van Amsterdam kreeg ze in de jaren vijftig werk bij een opvanghuis voor jongeren in Rotterdam, waar zij inmiddels ook was gaan wonen met haar man Dick Zeldenrust. Naast haar baan rolde zij hier langzaam in het vrijwilligerswerk bij de lokale afdeling van de NVSH, waar zij zich steeds meer in begon te zetten voor betere seksuele voorlichting voor kinderen en een meer open seksuele opvoeding.

In 1962 trad Zeldenrust-Noordanus aan als voorzitter van de NVSH, gedurende een roerige tijd. De ontzuiling was begonnen en de invloed van het geloof nam af, ook als het om seks ging. Mensen begonnen vrijen meer te associëren met plezier en minder met voortplanting. Dit is goed te zien in het ledenaantal van de NVSH, dat al in een stijgende lijn zat in 1962. Condooms waren namelijk alleen nog maar via de NVSH te verkrijgen.

In 1966 was de vereniging uitgegroeid tot 200.000 leden en runde zij zestig consultatiebureaus verspreid over het land, waar mensen terechtkonden met vragen over abortus, anticonceptie en seksualiteit. B.S. Witte, ‘geestelijk raadslid’ bij de NVSH, zei in 1965 over deze consultatiebureaus: ‘Zij brengen jeugdleiders, onderwijzers (...), bijeen in kringen waar het gaat om een nieuwe attitude over seksuele voorlichting, voor- of buitenechtelijk geslachtsverkeer, homofilie.’

De tijdgeest verandert

Veel van de informatie rondom deze thema’s – die tegenwoordig als algemene kennis wordt gezien – was in die tijd nog maar selectief bekend. In een van de eerste tv-uitzendingen over ‘medische kwesties’ op de Nederlandse televisie voelde Zeldenrust-Noordanus zich nog genoodzaakt om het concept van een condoom uit te leggen als ‘een soort latex hoesje’.

Tijdens het NVSH-congres SEXtant ’67 in 1967 sprak Zeldenrust-Noordanus zich ook openlijk uit voor de acceptatie van homofilie en homoseksualiteit. Over de discriminerende zedenwet uit 1911 zei ze:

‘Wanneer gesteld wordt dat seksualiteit een aspect van menselijk gedrag is, moet erkend worden dat de vorm die men voor zijn seksualiteit “kiest” minder belangrijk is dan de wijze waarop men zijn menszijn wenst te beleven. Anders gezegd: homoseksualiteit bestaat niet. (…) Er is geen enkele reden om in de wet apart over homoseksualiteit te spreken; art. 248bis is dan ook volstrekt onaanvaardbaar.’

De rede is van grote invloed op de vroege homobeweging en tweede feministische golf, die in de jaren na haar speech van de grond zouden komen. In 1969 begonnen Mary Zeldenrust en haar man Dick een woongemeenschap met een bevriend gezin, met wie zij een intieme relatie onderhielden.

Onder haar leiding hielp de NVSH in de jaren erna de lobby tegen artikel 248bis te versterken, samen met onder andere het COC. Dit werd vervolgens opgepakt door studenten, die in 1969 een demonstratie organiseerden op het binnenhof en tijdens de Dodenherdenking van 1970 een krans probeerden te leggen voor homoseksuele oorlogsslachtoffers. Een jaar later werd het wetsartikel geschrapt.

Zeldenrust-Noordanus had in 1969 het voorzitterschap van de NVSH neergelegd. Haar Instituut voor Psychologisch Marktonderzoek (IPM), dat ze opgericht had in 1958, was inmiddels een groot bedrijf. Gedurende de jaren zeventig kon ze zich helemaal aan het IPM wijden en leidde ze het bureau samen met haar man. In 1982 werd bij Zeldenrust-Noordanus borstkanker geconstateerd, waarop ze besloot daar volledige openheid over te geven in de media en er een boek over te schrijven. Ze overleed in 1984 op 55-jarige leeftijd.

Verder lezen/kijken

HUMAN, aflevering Profiel (2005) over Marie Zeldenrust-Noordanus.

VPRO, aflevering Andere Tijden (2002) over de veranderende seksuele moraal in Nederland.

Fotocredits
Getoonde materialen komen uit het IHLIA-archief, tenzij anders vermeld. Van links naar rechts, boven naar beneden:

Boekcover Gesprekken met Mary Zeldenrust door Babs Luijken. Bundeling van interviews met de ex-voorzitter van de NVSH. Uitgegeven door De Haan in Weesp (1984)

Affiche Seks na de zondvloed: studiecongres: nieuwe mogelijkheden in de jaren '90 (1991)

Affiche Sextant 67'. Op 21 october in de RAI wordt een eigentijds congres over seksualiteit georganiseerd door de NVSH (1967)

Literatuur en bronnen

J. van Roon, N.V.S.H. op nieuwe wegen. In Dialoog 6 (1965) 222-224.

M. van Staveren, Noordanus, Mary (1928-1984). In Biografisch Woordenboek van Nederland (laatst gewijzigd op 12 november 2013).

Joke Swiebel, Het einde van artikel 248bis: kantelpunt in de relatie tussen de homobeweging en de overheid. In: Tijdschrift voor Genderstudies 3 (2019) 231-248.

Mariëtte van Staveren, Revolutie in de lendenen: De ASWH/AJAH 1968-1971. In: Homologie 4 (1989) 20-23.

R. Veenhoven, Vier jaar abortus in Nederland. De kernproblemen van liberalisering zijn in stilte opgelost. In: Medisch Contact 30:2 (1975) 1-12.

Filter