Bet (Elisabeth Maria) van Beeren kwam uit een groot katholiek gezin uit de Amsterdamse Jordaan. Haar vader was stratenmaker, haar moeder bestierde eerst een logement en later ging ze met de viskar langs de huizen. Van Beeren hielp haar moeder met vis verkopen en werkte daarnaast in een blikfabriek, waar ze twee vingertoppen verloor. Na een ruzie in de fabriek ging ze bij haar oom werken in café Amstelstroom op de Zeedijk. In 1927 nam ze, 25 jaar oud, de kroeg over. Volgens het verhaal doopte ze het om in ’t Mandje’ omdat haar moeder elke dag in een mandje eten kwam brengen.
Van Beerens zaak kreeg al voor de Tweede Wereldoorlog grote bekendheid als echt ‘gemengd’ café. Bij haar kwamen veel homoseksuele mannen. Even verderop aan de Lange Niezel was café Monico van Blonde Saar gevestigd, en daar kwamen meer lesbische vrouwen. Homoseksuelen mochten in haar café niet zoenen, maar voor zover is na te gaan mochten heterokoppels dat ook niet. Heel lang was voor dansen in een café een extra vergunning nodig, behalve op Oranjefeestdagen. Dansende homomannen waren eigenlijk nergens gewenst. Van Beeren was echter zeer Oranjegezind en wilde op Oranjedagen voor niemand een uitzondering maken. Dus mochten ook homoseksuelen bij haar dansen, en niemand moest het wagen daar iets van te zeggen. Mede hierdoor kreeg ze na de oorlog een grote reputatie.
Van Beeren had aan wel meer dingen lak. Ze reed al vroeg een dikke motor; menige nieuwe vriendin werd achterop geshowd als ze op weg naar ’t Mandje ging. In haar zaak liepen mannen met stropdassen een groot gevaar. Een van de lezingen vertelt dat ze de dassen zonder pardon afknipte of aftrok en ophing, want niemand moest denken dat-ie meer was dan een ander. Volgens haar zus Greet wilde ze echter gewoon een souvenir hebben als ze met mensen een leuke avond had gehad. En als dat zo uitkwam, was dat een stropdas.
In de oorlog waren de Wallen vanwege infectiegevaar verboden gebied voor Duitse militairen. De Zeedijk was een randgeval en Duitse officieren vonden dat ze bij haar wel een drankje konden doen. Ze verborg onderduikers (volgens sommige verhalen in de kelder, maar waarschijnlijk op zolder) en wapens voor haar broer in het verzet, terwijl Duitsers in de kroeg stonden.
Van Beerens levensverhaal, persoonlijkheid en houding van typisch Amsterdamse leverden veel kleurrijke anekdotes op, maar ze stond ook bekend als handige zakenvrouw die goed verdiende. Tegelijk bedreef ze veel liefdadigheid: hoewel ze geen praktiserend gelovige meer was, konden het Leger des Heils en de katholieke kerk op haar financiële steun rekenen. De band met het Leger des Heils zou blijven: toen Van Beeren ziek werd, was majoor Bosshardt een belangrijke hulp voor haar.
Toch zal ze vooral herinnerd blijven als bazin van ’t Mandje. In de veertig jaar dat ze de kroeg draaiende hield, bood ze ruimte aan ‘vogels van diverse pluimage’ om een leuke avond te hebben. In 1966 schreven twee hetero’s op homokroegentocht: ‘(…) met als vanouds het meest heterogene publiek dat men zich maar kan voorstellen. Wat hier verzameld is eet van meerdere wallen: Marokkaanse gastarbeiders, geheel in leer gevatte meedogenloze jongens, en daarnaast een 35-jarige dikzak in een lila kruippakje, en een andere jongeman die met kennelijk welgevallen, midden in het café staand, zijn gulp wijd opengesperd hield.’ [Twee uilen in Athene]
Van Beeren was een stevige drinker. Toen ze stierf in 1967 schreef Jan Rogier in Dialoog dat het een wonder was dat ze het zo lang had volgehouden: ‘want sinds veertig jaar bestond haar voedsel uit pils, haring – als dat zo uitkwam – en soms een kleinigheidje vaste spijs. Veertig jaar meer dan veertig pilsjes per dag en dan pas op je vijfenzestigste aan een leverkwaal sterven, dat is een prestatie, die niemand hoeft te evenaren.’ [Bet in memoriam]
Na haar dood dreef haar jongere zus tot 1982 het café. Het interieur van 1982 bleef onaangetast tot in 1998 in het Amsterdam Museum een replica werd nagebouwd waarin een paar originele objecten een plaats kregen. Tijdens de Gay Games in datzelfde jaar ging het café tijdelijk weer open. In 2008 heropende een nicht van Van Beeren ’t Mandje. Het is gerenoveerd, maar als historisch monument lijkt het als twee druppels water op het café van vroeger.
Foto van Bet van Beeren in een matrozenpak aan de wand van café 't Mandje. Gemaakt door Gon Buurman (1986)
Boekcover Bet van Beeren: koningin van de Zeedijk door Bert Boelaars. O.a. Greet van Beeren, Albert Mol en kolonel Bosshardt van het Leger des Heils halen herinnneringen op aan Bet van Beeren. Uitgegeven door Tiebosch te Amsterdam (1977)
Schaaltje ter herinnering aan het 50-jarig bestaan van café 't Mandje. Het schaaltje is wit met in het midden een afbeelding van een mand met daarin bloemen. Op de rand rondom de afbeelding staat de tekst: 't Mandje 1927-1977 Bet van Beeren. Vervaardigd door Focke & Melzer (1977)
Foto van tegeltableau met daarop Bet van Beeren voor café 't Mandje. Gemaakt door Gon Buurman (1986)
Bet in memoriam, Jan Rogier. In: Dialoog, (1967) 5 , p. 173.
Bet van Beeren: koningin van de Zeedijk. Tibbe Bosch (tekstbeg. en samenst.) ; [bijdr. van Hermine Heijermans ... et al.]. - Amsterdam: Tiebosch, 1977. - 112 p.
[Over … Bet van Beeren … ] Sjuul Deckwitz. - In: Goed Verkeerd. Red. Gert Hekma ... [et al.]. - Amsterdam: Meulenhoff, 1989.
Bet van Beeren en het café-leven van lesbische vrouwen in de jaren veertig-zestig. Alice Hornick. - Amsterdam: UvA, homostudies, 1990. - 11 bl.
Zeedijk: ooggetuigeverslag van een buurtbewoner. Hans Brouns ; [ill.: van Guus de Jong]. - Amsterdam : Mets, cop. 1993. - 183 p.
't Mandje van Bet van Beeren. Gert Hekma. - In: Gay News Amsterdam, (1996) 58 (jun), p. 22-23.
Ondernemer op de Zeedijk. Fotografie: Eveline Renaud en Marjan van de Veen-Van Rijk; tekst: Annejet van der Zijl. - Amsterdam: Stadsuitgeverij, 1996. - 119 p.
Majoor Bosshardt: een leven voor anderen. Eline Verburg, voorw. ds. Nico ter Linden. - 's Gravenhage: BZZZTôH, 1998. - 224 p.
Bet van Beeren: bijna mythische kroegbazin. Karin Lakeman. In: Ons Amsterdam, 60 (2008) 1 (jan), p. 4-8.
De klant wiens das nooit was afgeknipt, was teleurgesteld: Versieren mocht, maar zoenen niet. - In: Parool, 04-11-2011.
Een sterke pot achter de tap: Bet van Beeren en ’t Mandje. Gert Hekma. In: Tijdschrift voor Biografie, 4 (2015) 3 (najaar), p. 32-37.
Ze moeten de A10 naar Bet van Beeren vernoemen. Hans van der Beek. In: Parool, 27-02-2017.
Queering the archives, LGBTI-historie in het Stadsarchief Amsterdam. Jonge Historici, Stadsarchief Gemeente Amsterdam, 2016. - [2]
Groot Amsterdams Kroegenboek […]. door Ben ten Holter. Amsterdam: Van Ditmar, cop. 1967. – 173 p.
Twee uilen in Athene. Jan Donkers en Frits Boer. In: Dialoog, 1996-6, p 250-252.