Frieda Belinfante
Frieda Belinfante (1904-1995) was een Nederlandse celliste, dirigente, verzetsvrouw en lesbienne die om meerdere redenen bekendheid verworven heeft. Ze was Nederlands’ eerste dirigente van een professioneel koor, leed al in de jaren twintig een lesbisch leven en speelde tijdens de Tweede Wereldoorlog een aanzienlijke rol in het Amsterdamse verzet.
Auteur: Patrieck de Haan
Thema: Iconen, Cultuur
Veelbelovend musicus

Frieda Belinfante werd geboren in Amsterdam, als derde van vier kinderen. Ze kwam uit een muzikaal gezin met een Joodse vader en een niet-Joodse moeder. Vader Ary was een bekend pianist en leider van enkele muziekscholen in de stad. Toen Belinfante negen jaar was besloot haar vader dat zei cello moest leren spelen, een keuze die haar verdere leven zou gaan bepalen.

Op haar zeventiende werd Belinfante verliefd op componiste Henriëtte Bosmans, met wie ze zeven jaar een relatie zou hebben. Het was bijzonder dat zij in de jaren twintig als lesbienne door het leven ging. Homoseksualiteit werd door veel mensen niet geaccepteerd en over het concept lesbienne deed men alsof het niet bestond. Over dit aspect van haar leven zou Frieda later zeggen: ‘Ik ben vijftig jaar te vroeg geboren’.

Na de beëindiging van haar relatie met Bosmans werd Johan (Jo) Feltkamp verliefd op haar. Zij, celliste, en hij, fluitist, werkten al enkele jaren intensief samen en traden ook regelmatig op. Hij wilde met haar trouwen, ondanks dat hij wist dat ze lesbisch was. Belinfante besloot ermee akkoord te gaan: 'Iedereen trouwde tenslotte, vroeg of laat, ook lesbische vrouwen’. In 1930 werd het huwelijk voltrokken, om in 1936 alweer ontbonden te worden. Hierna had Belinfante een aantal jaar een relatie met een getrouwde Joodse vrouw, kunstschilderes Dorry Kahn.

In deze zelfde periode begon Belinfante steeds meer tijd te besteden aan dirigeren. Eerst bij een kinderkoor, toen bij een vrouwenkoor en later voor het studentenorkest van de Universiteit van Amsterdam. Tegelijkertijd richtte zij als dirigente zelf een groep op van ongeveer twintig mensen, Het Kleine Orkest, waarmee ze in 1938 voor het eerst optrad in het Concertgebouw. In datzelfde jaar won ze een internationaal dirigentenconcours, waardoor ze kon gaan dirigeren bij een prestigieus Zwitsers orkest. Dat plan heeft echter nooit doorgang kunnen vinden omdat in 1939 de Tweede Wereldoorlog uitbrak.

Alles verandert

Niet lang na de Duitse inval in Nederland hief Belinfante haar Kleine Orkest op en droeg haar (deels Joodse) muzikanten op te doen alsof het nooit bestaan had. Ze weigerde als half-joodse dispensatie aan te vragen bij de Kultuurkamer. Dit was een door de Duitsers ingesteld instituut waarbij iedereen die werkzaam was in de culturele sector zich diende aan te melden.

Frieda had al snel door wat de systematische inperking van Joodse rechten betekende en sloot zich vrijwel direct aan bij het verzet. Zo was ze betrokken bij de Groep 2000, geleid door Jacoba van Tongeren. In deze rol vervalste zij persoonsbewijzen en hielp tal van personen onderduiken.

Toen duidelijk werd dat de Duitsers de persoonsbewijzen wilden gaan vergelijken met documenten in het Amsterdamse bevolkingsregister, hielp ze in 1943 mee met de voorbereidingen voor de aanslag op het register. Zelf mocht ze niet meedoen omdat de mannen in de groep geen vrouwen bij de aanslag wilden. Enkele van haar groepsgenoten, onder wie Gerrit van der Veen en Willem Arondéus, werden opgepakt en gefusilleerd. Belinfante vermomde zich een aantal maanden lang als man, en wist te vluchten naar Zwitserland.

Een koude douche

In de zomer van 1945 keerde Belinfante terug naar Nederland, maar het beviel haar allerminst. ‘Niemand bekommerde zich om de joden die terugkwamen uit de kampen en geen huis, geen meubels en geen geld meer hadden. Niemand praatte over hun verdriet, hun wanhoop', zou ze later zeggen. Het was net of haar vrienden en familie voor niets gestorven waren. Ze besloot te vertrekken uit Nederland, om het tot haar dood vrijwel nooit meer over de oorlog of over haar verzetsjaren te hebben.

In 1947 emigreerde ze inderdaad. Ze vestigde zich iets ten zuiden van Los Angeles en richtte daar het Orange County Philharmonic Orchestra op, waar ze bijna tien jaar lang de vaste dirigente van was. In 1962 echter werd het orkest overgenomen door een concurrent, iets dat Frieda altijd geweten zou hebben aan het feit dat mensen haar homoseksualiteit niet tolereerden.

De rest van haar loopbaan werkte ze, met succes en plezier, als muzieklerares. In de Verenigde Staten heeft Belinfante, net als in Nederland, meerdere liefdesrelaties met vrouwen gehad. Uiteindelijk viel ze op 63-jarige leeftijd voor de 31 jaar jongere Bobbie Minkin, die al twee kinderen had met een mannelijke partner. Met haar zou ze de rest van haar leven samen blijven.

Frieda Belinfante overleed in 1995 op negentigjarige leeftijd aan de gevolgen van kanker. Al voor haar dood was in Nederland de belangstelling voor haar vroege leven toegenomen. De journaliste Toni Boumans begon halverwege de jaren negentig met het maken van een documentaire over het leven van Frieda Belinfante. Deze documentaire kwam uit in 1998 onder de titel Maar ik was een meisje. Boumans zou geïntrigeerd blijven door het leven van Belinfante en ook een biografie schrijven over haar, die in 2015 uitkwam.

AVROTROS en Radio 4 besloten om aan de hand van dit boek Belinfantes verhaal om te zetten in een hoorspel, waardoor de luisteraar over haar leven kan horen in een combinatie van muziekklanken en woorden, op een manier zoals waarschijnlijk ook zijzelf de wereld ervaarde.

Verder lezen/kijken

Klaus Müller, Ik wilde het gevaar in het gezicht kijken. De levens van Frieda Belinfante. In: Klaus Müller en Judith Schuyf (red) Het begint met Nee zeggen. Biografieën rond verzet en homoseksualiteit 1940-1945. Amsterdam (2006), pp. 93-128.

Fragment uit Maar ik was een meisje (1998), televisiedocumentaire van Toni Boumans.

Een schitterend vergeten leven (Amsterdam 2015), biografie van Frieda Belinfante, geschreven door Toni Boumans.

Geen Noot is Onschuldig (2017), 16-delig hoorspel, gemaakt door Radio 4 en AVROTROS en gebaseerd op de biografie van Toni Boumans.

Lesmateriaal over Frieda Belinfante, met name gericht op de kille behandeling van Joden in Nederland na de Tweede Wereldoorlog en haar homoseksualiteit

Fotocredits
Getoonde materialen komen uit het IHLIA-archief, tenzij anders vermeld. Van links naar rechts, boven naar beneden:

Verschillende stills van fragmenten uit de documentaire Maar ik was een meisje. Het verhaal van Frieda Belinfante, door Toni Boumans. Documentaire over de celliste en dirigente Frieda Belinfante (1904-1995). Te zien is een interview met Frieda Belinfante, haar zus Renée en vrienden en bekenden, diverse (jeugd)foto's en beeldmateriaal (1998)

Foto met Frieda Belinfante en Henriëtte Hilda Bosmans (maker en jaartal onbekend)

Verschillende artikelen over Frieda Belinfante uit IHLIA-archief

Boekcover Een schitterend vergeten leven: de eeuw van Frieda Belinfante van Toni Boumans. Uitgegeven door Balans in Amsterdam (2015)

Literatuur en bronnen

Sylvia Heimans, Ten onrechte vergeten verzetsvrouw. In Tijdschrift voor Biografie 3 (2015) 82-84.

Paul Hofman, Frieda Belinfante (1904-1995): een van de grote vrouwen van Nederland. In Gaykrant, 10 mei 2020.

Marjan Schwegman, Hoe vrouwen uit het verzet verdwenen. In Trouw, 19 april 2015.

Filter