‘Geen krans op de Dam’
Ieder jaar tijdens de Nationale Dodenherdenking op 4 mei staat de Dam in het teken van de herdenking van de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en ander oorlogsgeweld. Even verderop in de stad bij het Homomonument wordt er in iets kleiner verband ook een andere herdenking gehouden. Hier worden jaarlijks de mensen herdacht die tijdens de oorlog werden vervolgd vanwege hun geaardheid. Lang was er geen oog voor deze groep oorlogsslachtoffers. Vanaf de jaren zeventig ontstond er vanuit de gemeenschap zelf een luide kreet om dat te veranderen.
Auteur: Mattanja Gerritsen
Thema: Protest, Politiek
Amsterdamse Jongeren Aktiegroepen Homoseksualiteit

In de jaren zestig werd de roep onder homoseksuele studenten steeds groter om zich te verenigen. Door het beruchte artikel 248bis in het Wetboek van Strafrecht mochten jongeren onder de 21 jaar geen lid worden van het COC. Jonge studenten richtten daarom, op aanmoediging van het COC, eigen werkgroepen op, verspreid door het hele land. Zij streefden een radicalere vorm van homo-emancipatie na dan bijvoorbeeld het COC. In 1968 gingen ze samenwerken als Federatie Studenten Werkgroepen Homoseksualiteit (FSWH). De Amsterdamse tak groeide het snelst en gingen na verloop van tijd verder onder de naam Amsterdamse Jongeren Aktiegroepen Homoseksualiteit (AJAH).

Tweede Wereldoorlog

In de loop van de jaren zestig werd steeds meer onderzoek gedaan omtrent de Tweede Wereldoorlog. De waarheid over de vervolging en het systematisch uitmoorden van de Joden kwam aan het licht. Ook de vervolging van andere groeperingen werd onderzocht.

Uit Duits onderzoek bleek dat de Duitse politie tijdens de Tweede Wereldoorlog 100.000 mannen had opgepakt vanwege hun homoseksualiteit. De helft werd veroordeeld en een deel van, geschat op 10.000 tot 15.000, werden naar concentratiekampen gestuurd, waar ze ter herkenning een lila driehoek op hun kleding moesten dragen. Zestig procent van deze mannen overleefde de kampen niet. Dit nieuws verspreidde zich al snel naar Nederland en het leidde tot ophef en verontwaardiging, ook binnen de homobeweging.

Naar de vervolgingen van homoseksuelen in Nederland was op dat moment nog geen onderzoek gedaan. Pas in de jaren tachtig zouden onderzoeken uitwijzen dat homoseksuelen in Nederland tijdens de oorlog niet systematisch waren vervolgd en gedeporteerd zoals in Duitsland het geval was geweest.

De AJAH-actie

Nadat de onderzoeksresultaten uit Duitsland bekend waren geworden, ontstond een roep om erkenning van homoseksuele slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. In april 1970 diende Enno den Daas van de AJAH een verzoek in voor een kranslegging tijdens de landelijke Dodenherdenking bij het Comité Nationale Dodenherdenking. Dit verzoek werd afgewezen, omdat ‘de kranslegging in een dergelijk laat stadium niet technisch meer te realiseren was’. Het COC hield daarop een persconferentie waarin treffend werd gezegd: ‘De tienduizenden homoseksuelen die door de nazi’s zijn omgebracht, uitsluitend vanwege hun homoseksualiteit, worden thans ook nog doodgezwegen.’ De verontwaardiging die sprak uit deze woorden leidde tot een actie van de AJAH tijdens de Dodenherdenking bij het Nationaal Monument op de Dam, een paar dagen later.

In een kort fragment van het Polygoonjournaal is te zien hoe Ad van Delden en Enno den Daas vanuit Hotel Krasnapolsky in een vlugge pas de Dam op lopen, een krans met lila linten tussen hen in. ‘Twee jongemannen, die de nagedachtenis wilden eren van de in concentratiekampen omgekomen homofielen, werden op buitengewoon hardhandige manier uit de buurt van het monument verwijderd,’ zo werd de gebeurtenis op het journaal bondig samengevat. De mannen werden ingerekend door de marechaussee en gearresteerd. Later op de avond tijdens de gemeentelijke herdenking op de Dam wist de AJAH alsnog succesvol twee kransen neer te leggen. De AJAH-leden die pamfletten uitdeelden werden echter wel verwijderd, omdat ze voor deze actie geen vergunning hadden gekregen.

De poging tot kranslegging werd uitvoerig besproken in de kranten en er kwam steunbetuiging vanuit verschillende hoeken. Zo stelde een lezer in het Algemeen Handelsblad: ‘Het Comité Nationale Herdenking heeft met het verbieden van deze kranslegging een uiterst betreurenswaardige daad begaan.’ Het resulteerde in het feit dat in 1971 de kranslegging wél werd toegestaan.

Homomonument

Toch ontstond in de gemeenschap de wens voor een eigen monument en in 1979 werd de Stichting Homomonument opgericht om dat doel te verwezenlijken. Het monument werd ontworpen door beeldend kunstenaar Karin Daan en werd in 1987 onthuld. Het is gelegen op de Westermarkt en bestaat uit drie grote roze driehoeken van graniet, die gezamenlijk een grote driehoek vormen. Bij dit monument wordt nog elk jaar een dodenherdenking gehouden voor mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog vervolgd werden vanwege hun geaardheid, maar er is ook aandacht voor lhbtiq+-slachtoffers van daarvoor en daarna.

Hierbij stilstaan is echter nog niet in alle delen van ons land een vanzelfsprekendheid. Zo wilde lhbti+-vereniging Gay in 2023 tijdens de dodenherdenking een krans leggen voor de homoseksuele slachtoffers van de oorlog in het Zuid-Hollandse dorp Nieuwe-Tonge, dat deel uitmaakt van de gemeente Goeree-Overflakkee. Hun verzoek werd door de organiserende vereniging afgewezen, omdat het dorp ‘er nog niet klaar voor zou zijn’. Dit besluit leidde tot veel commotie en uiteindelijk werd de kranslegging alsnog toegestaan. Dit voorbeeld laat zien dat de gebeurtenis van ‘Geen krans op de Dam’ in 1970 ook vandaag de dag helaas nog niet onvoorstelbaar is.

Fotocredits
Getoonde materialen komen uit het IHLIA-archief, tenzij anders vermeld. Van links naar rechts, boven naar beneden:

Still uit het Polygoonjournaal (in beheer van Beeld en Geluid), Dodenherdenking 1970. Beeld van twee mannen die worden weggehaald bij de kranslegging (1970)

Cover van het tijdschrift Seq (1970) jaargang 2, nummer 3. In het april/mei-nummer 1970 van het COC-blad Seq beschreef Adriaan Venema ‘de vervolging van de homoseksuelen door de nazi’s’. Het was eigenlijk een bijna letterlijke vertaling van het artikel van Wolfgang Harthauser in de bundel Das Grosse Tabu.

Foto van de eerste succesvolle kranslegging (1971), afkomstig uit het archief van Henk Wilschut.

Presentatie winnend ontwerp Homomonument, Amsterdam, 1981. Karin Daan geeft uitleg bij de tekening. Gemaakt door Martien Sleutjes (1981)

Overdruk van ‘De vervolging van de homoseksuelen door de nazi's’ door Adriaan Venema (1977), oorspronkelijk uit het tijdschrift Seq (1970) jaargang 2, nummer 3.

Literatuur en bronnen

IHLIA LGBTI Heritage, 'Geen krans op de Dam', online expositie.

Krans. De Volkskrant. 's-Hertogenbosch, 02-05-1970. Geraadpleegd op Delpher op 10-09-2024

'Lezers!' Dodenherdenking. Algemeen Handelsblad. Amsterdam, 14-05-1970. Geraadpleegd op Delpher op 10-09-2024

Martien Sleutjes, Voor lhbti’ers eindigde de oorlog niet op 5 mei 1945, IHLIA LGBTI Heritage.

Het Parool. De gedenkwaardige herdenking van 1970, 4 mei 2017.

RTL Nieuws. Homostichting mag na ophef toch krans leggen bij dodenherdenking Goeree-Overflakkee, 22 maart 2023.

Filter