Het Lesbisch Prachtboek kwam voort uit de lesbisch-feministische groep Lesbian Nation. Het ontstond in een tijd waarin er veel gebeurde in het feministische literaire landschap. Zo waren er publicaties van de lesbisch-feministische uitgeverij De Bonte Was, de in 1977 opgerichte Feministische Uitgeverij Sara en van het in 1978 opgerichte tijdschrift Chrysallis, rondom beeldende kunst gemaakt door vrouwen. Historica Vilan van de Loo schrijft hierover:
‘De feministische literaire cultuur groeide en bloeide. Het stadium van de stencils, zoals the SCUM manifesto en de eerste vrouwenkranten, was definitief ontstegen. De vrouwenbeweging had zich geprofessionaliseerd.’
Volgens historica Paula Koelemij ontstond het idee voor het Lesbisch Prachtboek specifiek tijdens het tweede lesbische weekend, in 1977:
‘Twee jaar later verschijnt dit pronkstuk van de lesbische culturele guerilla, waarin het idee van het lesbisch bestaan als vrouwelijk bestaan pur sang zich sterk uitspreekt. Het Lesbisch Prachtboek overstijgt als een triomfatrix, die de heersende cultuur als ziek weet, de patriarchale cultuur-analyse, laat de culturele repressie achter zich en propageert de onthulling van een lesbisch bestaan, waar vrouwen verzet en emoties met vrouwen gedeeld hebben en zullen delen. Of dit nu de godinnen, de heksen, de jeugdvriendinnen, de lesbische cultuur of de moeders en dochters zijn, het is de vanzelfsprekendheid van een homosociale vrouwenwereld.’
In het boek kreeg dit alles vorm door middel van artikelen, interviews, gedichten en een parodie op de fotoroman.
Het Lesbisch Prachtboek paste in de ideologie van Lesbian Nation, aangezien deze groep graag een compleet nieuwe lesbische identiteit wilde vormgeven en op zoek wilde gaan naar hun eigen geschiedenis.
In het voorwoord wordt benadrukt dat de bijdragen in het boek niet over lesbische liefde gaan, met uitzondering van de beroemde fotoroman. Daarnaast ging het boek ook beslist niet over ‘al het ongerief dat de Wereld ons aandeed, aandoet en nog zal aandoen’, zoals discriminatie, wetten, reformistische politiek of relatievormen, en was het niet bedoeld om ‘lesbisch’ te behandelen in ‘reducerende, politiek-analyserende termen’:
‘Lesbisch zijn is voor ons geen sociaal reformisme, niet alleen een seksuele voorkeur, geen fragment van het bestaan, geen scriptieonderwerp en geen 'richting'. Het is een wijze van bestaan en een manier van kijken.’
Het boek koppelt lesbische identificatie en cultuur aan lesbische en vrouwengeschiedenis om aan eigen ervaringen historische continuïteit te geven. De redacteurs wilden hiermee tot fundamentele culturele verandering aanzetten:
‘Wij schrijven veel over de patriarchale culturele traditie, maar vooral over de 'vrouwelijke' onderstroom. Ergens in de patriarchale culturele traditie zitten een paar gruwelijke knopen, die ontward moeten worden, zo er ooit iets blijvend en fundamenteel wil veranderen. In dit boek proberen we enkele van die knopen te ontwarren, waarbij de manier waarop we dat doen minstens even belangrijk is als het onderwerp zelf. Daarbij gaan wij er ook van uit dat elke verandering bij onszelf begint.’
Het Lesbisch Prachtboek bestaat uit verschillende elementen. Het bevat bijvoorbeeld veel analyses van eigen ervaringen, waaronder het artikel van Noor van Crevel over lesbisch moederschap. Van Crevel schrijft dat ze aanvankelijk een onderzoeksartikel geschreven had, maar dat de redactie een persoonlijker stuk wilde over haar ervaringen met haar eigen moeder en dochters.
Daarnaast zijn er meerdere kunstuitingen in het boek te vinden: een excerpt uit het werk van Djuna Barnes, eigen gedichten en een vertaald gedicht van Anne Sexton, foto’s gemaakt door fotografe Hennie Henriët en stills van de film Six Unnatural Acts van Jan Oxenberg over de onnatuurlijkheid van monogamie.
Een spraakmakende bijdrage in het boek is de fotoroman De Vriendin, samengesteld door Mieke van Kasbergen, Pamela Pattynama en Nan Kooijman. Deze fotoroman, die een liefdesverhaal vertelt en verbeeldt, was bedoeld om tegenwicht te bieden aan de kommer en kwel van het lesbische leven van de jaren zeventig en als luchtige afwisseling van de zwaardere artikelen.
De zwaardere artikelen in het boek zijn cultuurhistorische en mythologische analyses. Mieke van Kasbergen interviewt auteur Andreas Burnier over de veranderingen in het mensbeeld en de verschillende fasen die er nodig zijn voor feministische bewustwording en culturele revolutie.
Verder schrijft Van Kasbergen een analyse van de heksenvervolgingen. Dorelies Kraakman analyseert scheppingsmythen, vruchtbaarheidsmythen, mythen over leven en dood en Mariaverering. Een lezing van Cillie Rentmeister over Oedipus en de sfinx werd vertaald door Gerda Meijerink en Linda Jacobs.
Met een artikel over 35 jaar lesbisch leven is er ook aandacht voor de nabijere geschiedenis. Auteurs Anja van Kooten en Bernadette de Wit baseerden het op interviews met oudere lesbische vrouwen.
Zowel Jojo Meijer als Maaike Meijer brengen hedendaagse ervaringen in verband met een analyse van houdingen in andere en vroegere culturen en in mythen: Jojo Meijer in een stuk over menstruatie en Maaike Meijer in een artikel over androgynie – ‘een individuele bewustzijnstoestand, waarbij 'mannelijkheid' en 'vrouwelijkheid' harmonieus co-existeren’.
Het Lesbisch Prachtboek kreeg veel aandacht in Nederland. Van de opbrengsten van het boek werd op 8 mei 1980 de Stichting Lust en Gratie opgericht, met een gelijknamig lesbisch-cultureel tijdschrift, bedoeld om lesbisch-culturele en vrouwenprojecten in Nederland te stimuleren.
Volgens Koelemij zette Lust en Gratie de denkbeelden van het Lesbisch Prachtboek voort door in de eerste aflevering (1981) een vertaling van Adrienne Richs artikel Compulsory heterosexuality and lesbian existence te publiceren.
Sticker met de tekst: LESBISCH PRACHTBOEK. Een Culturele Guerrilla (1979)
Cover en boek Lesbisch prachtboek (1979)
Fotoroman nr.1 De Vriendin. Haar liefde stond op het spel van Mieke van Kasbergen/Pamela Pattynama (1979)
Sfeerfoto Woongroep van Karleen Veenker (rechts) en Martijn van de Berg op de rug gezien, zittend voor een uitgehakt raam met uitzicht op de gebouwen aan de overkant. Gemaakt door Marian Bakker (1982)
Elise van Alphen, Alles werd politiek. De verhouding tussen het politieke en het persoonlijke in de humanistische en de homolesbische beweging in Nederland, 1945-1980 (Utrecht 2016).
Fotoroman De Vriendin. Op de website van Vrouwen Nu Voor Later.
Paula Koelemij, Van Paarse September tot Lust en Gratie. Een lesbische guerrilla in de bevrijding van seksualiteit. In Groniek 15 (1982).
Vilan van de Loo, De vrouw beslist. De tweede feministische golf in Nederland (Wormer2005).
Maaike Meijer, Paarse September – een lesbische guerrilla, 1971- 1974. In: Marian van der Klein & Saskia Wieringa (red.), Alles kon anders. Protestrepertoires in Nederland 1965-2005 (Amsterdam 2006).
Maaike Meijer, Mieke van Kasbergen, Ineke van Mourik & Dorelies Kraakman (red.) Lesbisch Prachtboek (Amsterdam 1979).
Jann Ruyters, Heldin van het lesbische leven. Op trouw.nl, 28 juni 2010.