In de jaren zestig kwam iemand er pas voor uit homo of lesbo te zijn als het niet anders kon. De meer radicale studenten gebruikten na 1970 de term ‘uit de kast komen’ als politiek instrument: zelfbenoeming werd een must, en je vertelde het ook aan mensen die het niet wilden horen. ‘Coming out’ heette dat in de Amerikaanse actiebeweging; het persoonlijke werd tot politiek gemaakt.
Nijmegen had een activistische studentenbeweging maar homo’s en lesbo’s konden maar op weinig plaatsen terecht. Voor gezelligheid ging je naar het lokale COC, dat was ondergebracht bij progressieve paters. Mensen die politieke actie en verandering wilden, zaten bij de Nijmeegse Jongeren Werkgroep Homofilie (NJWH; later stond de H voor Homoseksualiteit).
In 1974 gingen twee leden van de NJWH, Marty van Kerkhof en Thijs Maasen, op bezoek bij een studievriend in Berlijn en kwamen zo in contact met de Berlijnse activisten die zich ‘feministen’ noemden: net als in de vrouwenbeweging was de ideologie dat persoonlijke verhalen hun de bevrijding moesten brengen.
Ze gebruikten scheldwoorden als ‘nichten’ als geuzennaam en actiemiddel. Binnen de homobeweging leefde het idee dat verwijfde nichten op een lagere trede stonden dan de ‘gewone homo’, maar de ‘feministen’ meenden dat je door juist als rellende nicht te werk te gaan, ook je eigen vooroordelen op scherp zette.
Bij terugkomst in Nederland vertaalden Van Kerkhof en Maasen deze Berlijnse aanpak tot het ‘Rooie Flikker Paper’ en zo ontstonden de Rooie Flikkers. De initiatiefnemers kozen voor ‘Rooie’ omdat ze vonden dat de linkse kant van de politiek ook moest veranderen en voor ‘Flikkers’ omdat ze homo’s wilden zijn die ‘het’ wel deden.
De linkse ideologie uit die tijd kreeg hiermee een roze rand: het seksuele moest bevrijd worden. De Rooie Flikkers wilden zich niet conformeren aan de gewenste maatschappelijke maatstaven zoals het COC dat volgens hen wel deed. Zij vonden dat het COC met de woorden ‘homofiel’ en ‘integratie’ de eigen seksuele gevoelens en verlangens ontkenden. Het beeld van een seksloze homo was hun een gruwel.
In Amsterdam was ondertussen het Flikkerfront actief. Een deel van de leden vonden het Nijmeegse anarchisme interessanter en werden eveneens Rooie Flikkers. In de Amsterdamse groep werd de basis gelegd voor Homostudies Amsterdam en muziektheatergroepen als De Softies. In Nijmegen werd de ideologie uitgedragen door de punkband Tedje en de Flikkers. In beide steden waren filmfestivals een manier om de geschiedenis te herschrijven en een eigen gezicht te geven aan flikkeridentiteit.
De eerste actie van de Rooie Flikkers was vrij onschuldig. In lijn met de Berlijnse actiemethode verstoorden enkele licht opgemaakte en verklede Rooie Flikkers op de universiteit een lezing van de homofobe psycholoog Gerard van den Aardweg. De actie was tegen de zin van de NJWH, al moest die inderdaad erkennen dat deze ‘anti-homokletskont’ geen podium had mogen krijgen. Maar de theatrale wijze van actievoeren, dat vond de NJWH ongemakkelijk.
De doorbraak van de Rooie Flikkers kwam pas echt op 3 mei 1975, toen ze een herdenkingsactie wilden houden voor homoseksuelen die in de nazikampen waren omgekomen. De gemeente en politie stemden in met een herdenking, zolang er maar geen straattoneel of zang en dans aan te pas kwam.
De Rooie Flikkers maakten tijdens hun herdenkingsactie natuurlijk toch gebruik van theaterelementen, waarop de politie ingreep, een aantal mensen oppakte en hun daarmee een heldenstatus verleende. Toen de rest van de groep voor het politiebureau spontaan demonstreerde voor de vrijlating van hun vrienden, werd die status nog eens onderstreept. De hele homozuil, lokaal en landelijk, moest het ingrijpen van de politie wel afkeuren.
In het tweede deel van de jaren zeventig verplaatste de beweging zich meer naar Amsterdam. Door de discussies die de Rooie Flikkers op gang brachten, gingen steeds meer mensen in de homobeweging zich ‘flikker’ noemen. Er was duidelijk behoefte aan een stroming die erkende dat seks een onderdeel is van het begrip ‘homoseksualiteit’. De oorspronkelijke groep vond echter dat er bij de nieuwe flikkers te weinig ideologie was en zinde op een denderend slot.
Ze waren dan misschien begonnen als opgemaakte rellende nichten in slechte drag, maar hun ideologie was een stuk inhoudelijker geworden. Onder invloed van Franse wetenschappelijke theorieën was het beeld van de man en zijn verlangens meer op de voorgrond komen te staan: dit moest op allerlei manieren worden belicht. Het festival ‘Mannen Nietwaar’ draaide om de nieuwe opvattingen, en dat festival zou dan ook het beste moment zijn om ‘de Rooie Flikker’ symbolisch te begraven.
De ideologie werd wel voortgezet en verder ontwikkeld: in een nieuwe subcultuur van muziektheater, politieke homogroepen, homo- en lesbische studies, onderzoek en onderwijs, tijdschriften, een boekhandel en IHLIA. De roze driehoek, eveneens geïmporteerd uit Berlijn, is een paar decennia lang het merkteken van deze vernieuwing geweest.
Stickervellen van de tweede landelijke homo/lesbo-demonstratie in Amsterdam (Homobevrijdingsdag 24 juni 1978). Er zijn gemengde vellen maar ook vellen met alleen lesbische stickers. De stickers zijn uitgevoerd in diverse kleuren letters op een witte achtergrond. Gemaakt in opdracht van: Rooie Flikkers (1978)
Foto van drie homomannen met een kinderwagen tijdens een actie van de Rooie Flikkers. De tekst aan de kinderwagen 'Ook dit kan een homoseksjuweel zijn'. De mannen hebben pamfletten in de hand. Gemaakt door: Erik Marcus (Jaartal onbekend)
Zwarte button met afbeelding van roze driehoek. Daaromheen in roze letters de tekst: 'Flikker solidair met flikkers' (1978)
Krant 'Mietje: 'n Krant Van Flikkers'. Nummer 1 (1977)
Krant 'Mietje: 'n Krant Van Flikkers'. Nummer 2 zomer (1977)
Krant 'Mietje: 'n Krant Van Flikkers'. Nummer 3 herfst (1977)
Krant 'Mietje: 'n Krant Van Flikkers'. Nummer 4 winter (1977)
Affiche 'Mannen nietwaar?: Festival 15-20 april Amsterdam '80 rooie flikkers / Melkweg'. Activiteitenoverzicht op de achterzijde: theater, workshops, films, literatuur, tentoonstelling. Gemaakt door: Peter van Werkhoven (1980)
Martien Sleutjes: Eén jurk zegt meer dan duizend woorden : De invloed van de Rooie Flikkers (1975-1980). [Amsterdam]: IHLIA, 2017 - 39 p.: ill. // Informatiebrochure bij de tentoonstelling 'Eén jurk zegt meer dan duizend woorden' over de actiegroep de Rooie Flikkers.