‘Welke mannen hebben ook de behoefte vrouwenkleding aan te trekken en willen daarover praten?’ Een kleine contactadvertentie in Vrij Nederland, eind 1969. De oproep vond gehoor:
'Daar zaten we dan op zaterdagochtend in dat huurzaaltje aan een herfstige gracht met een stuk of vijf mensen uit het hele land (…) Het aanvankelijke wantrouwen jegens elkaar (“o jee, kom je daarvandaan, je kent toch hopelijk niet toevallig de slager van de vriendin van de neef van mijn moeder?”), panisch bang als de meesten van ons waren voor ontmaskering en verguizing, voor echtscheiding en buurthoon, ontslag en dwangopname, kortom wat al niet.'
Buiten de subcultuur van entertainment en nachtleven durfde vrijwel niemand voor transgendergevoelens uit te komen. De seksuele revolutie in Nederland was nog maar net voorzichtig op gang gekomen en de NVSH, de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming, wilde zulke ‘afwijkende’ behoeften bespreekbaar maken. Psycholoog Anton Verschoor werd als kaderlid van de NVSH de gespreksleider van de groep die later T&T, Travestie en Transseksualiteit, ging heten.
Hoe de beide T’s zich tot elkaar verhielden, wisten de deelnemers aan de werkgroep zelf nog niet goed. Door diepgaand te praten en zichzelf te onderzoeken ontrafelden ze hun transgevoelens. Voor sommigen was het een behoefte die eens in de zoveel tijd ruim baan moest krijgen. Anderen beseften dat ze zich volledig vrouw voelden, voorbij kleding en make-up, wat vaak een geslachtsaanpassende behandeling inleidde. Tussen beide groepen ontstond zo nu en dan wrijving, maar het grote onbegrip van buitenaf creëerde vooral onderlinge steun en verbondenheid.
De eerste jaren vonden de bijeenkomsten plaats in de huiskamer van Verschoor. Maar de groep werd almaar groter. Toen de NVSH in 1974 een eigen kantoor kreeg aan de Blauwburgwal in Amsterdam besloot men daar een inloopavond te starten. Voor de zekerheid stonden twee stevige uitsmijters voor de deur.
Zo begon de traditie van de T&T-avond op de eerste woensdag van de maand. Voor generaties van trans mensen zou ‘de T&T op de Blauwburgwal’ de eerste plek worden om gelijkgestemden te ontmoeten, samen te praten, een drankje te drinken, de vrouw in jezelf te exploreren, kortom een wereld te ontdekken buiten de eenzame omkleedsessies thuis.
Vaak was Anton Verschoor namens De Genderstichting aanwezig om vragen te beantwoorden, soms ook mensen van het VU-genderteam.
'De Werkgroep Travestie en Transseksualiteit van de NVSH, opgericht 1970 te Amsterdam, streeft ernaar:
1. travestieten en transseksuelen te helpen zichzelf te leren aanvaarden; hun gezinsleden (vooral de echtgenotes) bij te staan; de maatschappij te bewegen tot begrip, akseptatie en integratie.
De Werkgroep beoogt in het bijzonder:
- opheffing van genoemde politieverordening*
- een nieuwe, maar nu humane uitspraak van de Hoge Raad inzake geslachtsverandering in de burgerlijke stand.
- beëindiging van de discriminatie van transseksuelen in partikuliere en openbare functies.
2. aan de transseksuele mens de begeleiding te verlenen om -indien gewenst, sekseverandering via operatie mogelijk te maken en nazorg te aktiveren.'
* de Algemene Politie Verordening in grote steden verbood het in het openbaar dragen van de kleding van het andere geslacht. Zie ook Aaïcha Bergamin
De weinige trans mannen die bij T&T kwamen, richtten rond 1980 een eigen mannengroep op. Bezoekers waren vooral mensen die een dagelijks leven als heteroseksuele man leidden. Er was geen relatie met het COC.
‘Drag queens, daar had iedereen een hekel aan. Die verpestten het beeld voor ons. Wij streefden naar maatschappelijke acceptatie en dus was de norm dat je er netjes uitzag', aldus een van de oprichters.
Er waren ongeschreven gedragsregels: je waarborgde elkaars privacy, wisselde geen telefoonnummers en adressen uit en gedroeg je rustig en respectabel.
Thea was een van de andere oprichters en zij speelde een centrale rol als gastvrouw. Ze hield voyeurs buiten de deur en gooide mensen eruit die zich niet gedroegen. ‘Ik corrigeerde degenen die in een overmoedige bui luidkeels vanuit onze bar de straat opgingen. Dat vond ik te gevaarlijk.'
T&T was meer dan alleen een veilige kroegavond. De werkgroep bracht ook een blad uit: de TenT, dat in discrete enveloppen werd thuisgestuurd. Een paar leden durfden het aan om openlijk voorlichtingen te geven. Om te pleiten voor de wet voor geslachtswijziging kwamen ze zelfs op televisie.
In de loop van de jaren tachtig gingen beide T’s meer uiteen. De werkgroep Transseksualiteit van Humanitas werd actief en nam een deel over. Inmiddels had T&T zich in 1985 losgemaakt van de NVSH en heette nu de Landelijke Kontaktgroep Travestie en Transseksualiteit, kortweg LKG T&T. De T&T-avonden bleven in meerdere steden bestaan, en waren vooral gericht op de eerste T van travestie.
Tegenwoordig vaart T&T onder de naam Vereniging Genderdiversiteit, die een aantal lokale groepen runt. De oorspronkelijke Amsterdamse T&T-groep vierde in 2020 het vijftigjarige bestaan. Ook al is de samenleving toleranter geworden, de behoefte om gelijkgestemden te ontmoeten zal nooit verdwijnen.
Affiche Ver. LKG T & T: Landelijke Kontakt Groep Travestie Transseksualiteit (jaartal onbekend)
Statuten en huishoudelijk reglement van de Vereniging Landelijke Kontaktgroep Travestie en Transseksualiteit (1985)
Folder Vereniging LKG T&T (1995)
Alex Bakker, Transgender in Nederland. Een buitengewone geschiedenis (Boom Uitgevers Amsterdam, 2018).
IISG/IHLIA, TenT.